Stap 3. Voorkeuren

In de volgende stap worden de voorkeuren en wensen van de patiënt in relatie tot de opties besproken. Deze stap wordt vaak vergeten of slechts gedeeltelijk doorlopen. Het is een uitdagende maar belangrijke stap. Sommige patiënten weten aan het begin van het proces van samen beslissen al heel duidelijk wat hun voorkeuren zijn, terwijl anderen dit in het begin nog niet weten. Daarom is het belangrijk dat de zorgverlener de patiënt ondersteunt bij het inventariseren van voorkeuren, verwachtingen en zorgen in relatie tot de opties. Gezamenlijk worden de voordelen van de verschillende opties afgewogen tegen de nadelen ervan. Voor een CVA-patiënt kan het lastig zijn om zich een voorstelling te maken wat de voor- en nadelen van de opties voor hem/haar persoonlijk of voor zijn naaste zouden kunnen betekenen (“zich kunnen verplaatsen in de toekomst” en “zich kunnen inleven in de ander”). Mogelijke oplossingen hiervoor zijn een concrete opdracht geven, de voor- en nadelen zo veel mogelijk in het hier en nu vertellen, met hulp van de naaste aanhaken op voorbeelden van vroeger. Als deze oplossingen niet werken, kan de naaste een grotere rol hebben in de besluitvorming. De zorgverlener of de naaste kan de CVA-patiënt ook ondersteunen bij een eventuele invulopdracht van een keuze-instrument (bijvoorbeeld de waardenvragenlijst). Ook kan het helpen om keuzemogelijkheden uit te proberen om voor- en nadelen te ontdekken. Deze stap is optimaal afgesloten als de patiënt en/of naaste een goed beeld hebben over de voor- en nadelen van de diverse keuzeopties voor de patiënt.