Stap 2. Opties en voor- en nadelen

In deze stap gaat de zorgverlener dieper in op de verschillende opties. De zorgverlener legt voor elke optie op neutrale wijze uit wat deze inhoudt, welke voordelen en nadelen de optie heeft en wat de kans hierop is voor de patiënt. CVA-patiënten hebben minder begrip van kansen. De kansen op voor- en nadelen worden vergelijkend in woorden uitgedrukt, zonder gebruik te maken van getallen (dus geen x op de 100). Bijvoorbeeld het voorkomen van voor- en nadelen is groter, kleiner of gelijk tussen twee opties. Eventueel kunt u in de communicatie met de naasten wel getallen gebruiken. Kansen en risico’s worden bij voorkeur niet in percentages uitgedrukt, maar als x van de 100. CVA-patiënten kunnen ook moeite hebben met sorteren, ordenen en prioriteren van de opties en voorkeuren. De zorgverlener is daarom extra alert op het structureren van het gesprek over de opties met voor- en nadelen. Het bieden van gestructureerde informatie over de opties met voor- en nadelen wordt met beeldmateriaal (figuren, tekeningen) of steekwoorden ondersteund. De zorgverlener ondersteunt waar nodig de cognitieve en communicatieve vaardigheden van de patiënt en/of naaste. Eventueel kan een logopedist betrokken worden bij het gesprek.
Na een CVA kan de patiënt moeite hebben met interpretatie van verbale en non-verbale communicatie (bijv. mimiek, intonatie, figuurlijk taalgebruik). De zorgverlener toetst of de patiënt en/of naaste de informatie begrepen heeft, bijv. door middel van de terug-vertel methode. De zorgverlener of de naaste ondersteunt de patiënt en/of naaste bij het gebruik van een keuze instrument. De uitkomst van deze stap is dat de patiënt en/of naaste een overzicht heeft van de opties en de bijbehorende voor- en nadelen.
Bekijk het volgende interview en beantwoord vraag 12