Aandachtspunten bij toepassen samen beslissen

1. Betrek de naaste

De zorgverlener vraagt de CVA-patiënt om een naaste mee te nemen naar het consult. De zorgverlener maakt duidelijk dat de keuze voor behandeling primair die van de patiënt betreft en niet die van de naaste. Het gesprek kan eventueel alleen met de naaste gevoerd worden, wanneer de patiënt dit uitdrukkelijk wenst of bij volledige wilsonbekwaamheid van de patiënt. In dat geval is alleen sprake van samen beslissen als de patiënt later, geïnformeerd door de naaste of de zorgverlener, alsnog goed geïnformeerd een keuze kan maken. Bij een volledig wilsonbekwame patiënt, is sprake van samen beslissen als de naaste in staat is zijn eigen perspectief van het perspectief van de patiënt te onderscheiden en het perspectief van de patiënt adequaat voor het voetlicht kan brengen.

  1. Stimuleer de patiënt om mee te doen aan het gesprek en stel gericht vragen

De zorgverlener communiceert neutraal over de behandelopties met de patiënt én met de naaste en betrekt beide gesprekspartners in het proces van samen beslissen. Vanwege mogelijk initiatief-verlies na een CVA stimuleert de zorgverlener de patiënt om te participeren in het proces van samen beslissen. Dit kan bijvoorbeeld door bedenktijd te creëren en doorvragen.

  1. Gebruik visuele ondersteuning

De zorgverlener ondersteunt de mondelinge informatie met figuren / schema’s / steekwoorden / aantekeningen en geeft deze mee aan de patiënt. Dit ondersteunt het begrip van de patiënt en faciliteert het uiten van wensen en voorkeuren.

  1. Vat het gesprek bondig samen

De zorgverlener vat na elke stap samen wat er besproken is en gaat na of de patiënt het heeft begrepen en de informatie kan plaatsen in zijn eigen situatie. De zorgverlener vraagt zo mogelijk de patiënt om de samenvatting in zijn/haar eigen woorden te herhalen. De zorgverlener kijkt per stap terug naar de vorige stap en vooruit naar de volgende stap.

  1. Voer meerdere gesprekken van korte duur

De zorgverlener gaat bij elke stap na of de patiënt het nog aan kan en plant zo nodig een vervolgafspraak in. Meerdere momenten zijn nodig vanwege korte aandachtsspanne en vermoeidheid.

  1. Bespreek wat te doen bij deregulatie van emoties

De zorgverlener bespreekt met de patiënt wat te doen bij een eventuele deregulatie van emoties. Een CVA-patiënt kan depressief of plotseling labiel zijn. Deze omstandigheden kunnen het proces van samen beslissen bemoeilijken.

Voorbereiding op het proces

Een goede voorbereiding op het proces van samen beslissen bij CVA is belangrijk. Ter voorbereiding brengt de zorgverlener in kaart welke wensen en beperkingen de patiënt op dit moment heeft en daarnaast welke doelen (voor gezondheid) hij of zij heeft. De patiënt en/of naaste geeft aan wat nu belangrijk is in zijn of haar leven, prioriteert doelen en bepaalt welk dilemma aan de orde is. Hij of zij wordt hierbij ondersteund door de zorgverlener. Tevens maakt de zorgverlener een inschatting van de cognitieve en communicatieve vaardigheden van de patiënt, hierbij gaat het zowel om de vaardigheden om informatie te begrijpen en te verwerken als om de vaardigheden om zich te kunnen uiten. Indien nodig, wordt een logopedist ingeschakeld om de gespreksvoering te ondersteunen.

De uitkomst van deze voorbereiding is dat de zorgverlener een duidelijk beeld heeft van uitgangssituatie van de patiënt en zijn naaste. Per gesprek wordt ook bepaald met wie het gesprek gevoerd wordt; met de patiënt alleen, met de patiënt en naaste, met welke zorgverleners. Hierbij wordt rekening gehouden met het maximum aantal prikkels en gesprekspartners dat voor een patiënt te hanteren is.